1 Introductie in Max

Dit is de introductieopdracht in Max waarin je de user interface leert verkennen, wat kleine patches maakt om gevoel te krijgen voor hoe je programmeert in Max en luistert of de MIDI-output van Max werkt.

Deadline voor deze opdracht: 10 oktober

1. Data

Zie het patcher overzicht onderaan voor uitleg van de vier toolbars

Open een nieuwe patcher:

Voor Max8, File > New Patcher. Opslaan als .maxpat.
Voor MaxForLive, Collections > Max for Live > Max MIDI Effect > drag-n-drop op een midi channel > click Edit. Max8 start nu op zodat je het device kan editten en opslaan als .amxd. Nu kan je werken in het device, of via File > New Patcher een nieuwe Max patch openen. Die opslaan als .maxpat.

a. Optellen

Maak een patch die twee getallen bij elkaar kan optellen.

Druk n voor een new object of klik op Object (n) in de toolbar bovenin. Typ in number en druk op enter.
Kopieer de numberbox 2x en maak op dezelfde manier een + object aan.
Sluit de kabels (patchcords) logisch aan van de number-boxes naar het [+] object (outlets naar inlets, van boven naar beneden).
Lock de patch (cmd/ctrl+e of druk op het slot-icoontje links onderin) en pas getallen aan in de numberboxes om de berekeningen uit te voeren. Probeer eens 60 + 40.
Wat valt op aan de inlets van het + object? Noteer je antwoord in een comment (sneltoets c).

Tip: bekijk de lijst met veel gebruikte sneltoetsen hier!

b. Hot & cold inlet, Rechts naar Links

De berekening wordt nu alleen uitgevoerd als je de number aan de hot-inlet kant (oranje/links) van het [+]-object veranderd. Om ervoor te zorgen dat je ook een antwoord krijgt bij het veranderen van het rechter object kan je een [trigger bang]/[t b] gebruiken, de trigger stuurt dan nadat het getal is ingevuld ook een bang naar de hot-inlet zodat het +-object de functie uitvoert. De volgorde hierin is belangrijk, zodat de computer geen fouten maakt. Max werkt van rechts naar links.

Dupliceer je gemaakte patch (selecteer alles en copy/paste), en voeg nu het trigger-object toe (new-object n -> type trigger b i of t b i).
De trigger zorgt ervoor dat eerst de i (= integer, heel getal) wordt uitgestuurd (want het object output van rechts naar links), en dan de b (= bang).
De i komt in de cold-inlet binnen en vult het getal in, de b komt de hot-inlet binnen en voert daarmee de functie uit.

c. Meer berekeningen

Er zijn meer operators dan alleen het + object.

Maak dezelfde patch als hierboven voor de operators -, *, /, !/ en !-, en beantwoord de volgende vragen:
Wat is het verschil tussen - en !-?
Wat is het verschil tussen / en !/?
Noteer je antwoorden in een comment (sneltoets c).

2. Timing

a. Metronoom

Om een simpele sequencer te kunnen bouwen hebben we een object nodig dat op een regelmatig tempo een event aanstuurt (in Max bang's genoemd). Dit object is genaamd [metro].

Maak de objecten: [metro 500], [print], [toggle] aan.
Sluit de toggle aan op de start/stop inlet van de metro (Tip: houd je cursor over de inlet en er komt een korte uitleg te staan).
Sluit de metro aan op het print object.
Open de max-console (cmd/ctrl + m). In de Max Console kan je foutmeldingen en andere zaken zien zoals dingen die je print.
Lock de patch (slotje links onderin) en druk op de toggle om de metro te starten.

Nu zie je elke 500 milliseconden het woord bang verschijnen in de max-console.

b. MIDI-noot afspelen

Om noten te kunnen afspelen gaan we het eerste semester gebruik maken van MIDI.

Maak de patch na zoals op de afbeelding hieronder.
Het getal 64 zit in een [message] (sneltoets 'm'). Een messagebox kan je gebruiken voor getallen/woorden/lijsten die niet hoeven te veranderen.
Lock je patch en klik op de (64), deze noot zou je nu moeten horen uit de speakers (check je volume als je niks hoort, vraag anders om hulp bij een docent of student-assistent).
De MIDI-noot wordt afgespeeld via de General MIDI Synthesizer in je computer.

c. Herhalende MIDI-noot

Sluit nu de output van de metro aan op de hot-inlet van de messagebox met het getal 64.
Als je de metro nu aan zet hoor je om de 500 milliseconden MIDI-noot 64 (e).
Het print-object kan je altijd gebruiken om te zien wat er uit een object komt, bijvoorbeeld als je de output van de message (64) koppelt aan de input van print dat getal geprint zodra de metro een bang stuurt.

d. Gegenereerde MIDI-noot

Ga nu experimenteren met een paar andere objecten waarmee je noten zou kunnen generen. Probeer bijvoorbeeld eens [random], [drunk] en [counter].
Bekijk de help-files van de objecten (met alt+click op het object) om te zien hoe de objecten werken en wat je kan invullen als argumenten.

Sla je patch op in de map: Documents > HKU > jaar1 > sysbas > max. Zorg dat je patch netjes en overzichtelijk is. Als je klaar bent kun je je opdracht laten beoordelen bij een student-assistent of een docent, dit kan alleen tijdens de lesuren.