Introductie


Wat is Supercollider

Supercollider is een programmeertaal specifiek bedoeld voor audio. Het is in 1996 ontwikkeld door James McCartney en wordt sinds 2002 onderhouden en doorontwikkeld als open source software door een groep enthousiastelingen. Hierdoor is Supercollider gratis beschikbaar voor alle veelgebruikte platformen. Doordat SC een erg krachtige en efficiente tool is kun je het ook op een Raspberry Pi of Bela draaien, waarmee het ook in compacte audio-installaties / instrumenten te gebruiken is.

Bronnen

Downloaden en installeren

Supercollider is te downloaden via de website.

Voor Windows en MacOS gebruikers is het best versie 3.11.2 te downloaden. Na downloaden kun je het zip-bestand uitpakken en de map Supercollider verplaatsen naar jouw Applicaties-folder.

Ubuntu Linux gebruikers kunnen Supercollider via de package manager installeren:

sudo apt-get install supercollider

SC3 plugins installeren

Naast de standaard uGens die beschikbaar zijn, zijn er nog veel meer uGens beschikbaar via de SC3-plugins. Je kunt de SC3-plugins downloaden via de volgende link. Kies daar voor de Mac versie (signed als 10.15 gebruikt, anders die andere) of de Windows versie en pak de zip uit.
Vervolgens kan je nagaan waar je de plugins moet installeren. Dit doe je door de volgende regel code uit te voeren in Supercollider: (gebruik cmd/ctrl + enter om dit uit te voeren)

Platform.userExtensionDir

Als resultaat krijg je de locatie te zien op je computer waar je de plugins kan installeren. dit is bijvoorbeeld: /Users/gebruiker/Library/Application Support/SuperCollider/Extensions. Ga naar die map en verplaats daar de inhoud van de uitgepakte zip naartoe. Het kan zijn dat de Extensions map nog niet bestaat op die locatie. Dan zal je die nog moeten aanmaken.

De interface

Bij het opstarten van Supercollider krijg je een vergelijkbaar scherm als in het plaatje hieronder, de volgorde van onderdelen kan verschillen.

De elementen in het scherm zijn als volgt:

Server & Client

Supercollider bestaat uit twee onderdelen: de client en één of meer servers. Begrippen die jullie ook al uit de OSC-lessen kennen. De server en de client communiceren ook met elkaar via OSC. De server is het programma dat alle synthese en audiobewerking uitvoert. Het maakt hierbij gebruik van Unit Generators, ook wel UGens. Voor elke functie in de server is een UGen: een voor een sinus-oscillator, een voor een noise-generator, maar ook voor complexere zaken als granulaire synthese en audio-analyse. Je kunt een UGen vergelijken met de bouwblokjes binnen Max.

De client, ook wel SCLang genoemd begrijpt de taal waarmee je de server, en dus de UGens aanstuurt. De taal is verantwoordelijk voor het in de juiste volgorde verbinden van de UGens en de timing waarin dit gebeurt. Dus ook zaken als sequencing, envelopes, audio files etc.

Het voordeel van het feit dat SC uit twee losstaande onderdelen bestaat is dat er de mogelijkheid is om een server op een ander apparaat te draaien en aan te sturen vanuit een computer die op een andere plek staat.